De GT Coupé wordt in Genève voor de allereerste keer aan het grote publiek getoond. Het model is gebaseerd op de Alfa 156, neemt bijgevolg een groot deel van de technische kenmerken en de krachtigere motorversies (inclusief de GTA) over en werd getekend door Bertone. De wagen moet het rijplezier van een echte coupé combineren met een grote bagageruimte én ruimte voor alle inzittenden, ook achteraan. Eind dit jaar wordt het model gecommercialiseerd.
Nog een wereldpremière is de voorstelling van de nieuwe Spider en GTV. Beide auto’s krijgen een nieuwe neus, afkomstig van de designstudio van Pininfarina, die beter past bij de huidige stijlkenmerken van het merk, met het schildvormig radiatorrooster als voornaamste wijziging. De dubbele ronde uit het metaal uitgespaarde koplampen en de lichtbalk over de gehele breedte achteraan werden behouden. Nieuw 16-duims lichtmetaal en drie nieuwe kleuren en een herziene interieuraankleding moeten de elegante eenvoud benadrukken en het model een meer up-to-date uitzicht geven. Belangrijker zijn de nieuwigheden op motorisch vlak want Alfa monteert twee krachtbronnen die reeds bij andere modellen het mooie weer maakten. Het gaat om de direct ingespoten 2-liter benzinemotor (2.0JTS met 165pk) en de 3.2l V6 24v die 240pk sterk is. De laatste krachtbron voor het nieuwe gamma is de 2.0T.Spark van 150pk. Uiteraard zijn vooral de prestaties van de 3.2 spraakmakend; de topsnelheid van de GTV bedraagt 255km/u en dat maakt hem de snelste seriewagen uit de geschiedenis van Alfa Romeo. Vanaf mei zijn deze modellen te koop.
We hebben eerder al gemeld dat Alfa Romeo werkte aan een SUV, maar in Genève wordt het model voor het eerst getoond. Het gaat om de Concept X. Dat is een mogelijke voorloper van een Alfa met zowel SUV als MPV elementen die, ondanks de ogenschijnlijke tegenstrijdigheden, toch het sportieve karakter van een echte Alfa moet hebben. Het studiemodel is 4,35m lang, 1,86m breed en 1,62m hoog. Onder de kap zit de krachtigste motor die Alfa rijk is; de 3.2 V6 met in dit geval 250pk. Een elektronisch gestuurde vierwielaandrijving met drie differentiëlen en een vierhoeksophanging voor- en achteraan brengt het vermogen op de ondergrond (eender welke) over. Het koetswerk heeft vier deuren die in tegengestelde richting openen en de achterruit kan onafhankelijk van de achterklep geopende worden. De bagageruimte zelf heeft een inhoud van meer dan 400 liter, maar die kan nog vergroot worden omdat de achterzetels in de vloer kunnen worden geschoven.
Alfa introduceert ook nog de nieuwe TI-lijn, wat staat voor Turismo Internazionale; een afkorting die de constructeur destijds enkel voor zijn meest luxueuze modellen gebruikte. Voortaan zullen ze gebruikt worden voor de sportieve versies uit het gamma, modellen die zich op een jong en sportief publiek richten. De modellen krijgen een aangepast onderstel voor een betere ‘handling’ en meer remkracht. Ze hebben ook recht op een aangepaste sportieve binnen- en buitenuitrusting (o.a. sportzetels, lichtmetalen velgen, zijschorten), maar het blijft allemaal discreet. De TI-lijn moet een tussenoplossing worden, die zich binnen het gamma (met meer bescheiden motorversies) onder de GTA’s positioneert.