Je neemt een witte Dodge Challenger uit 1970 en racet het ding van Colorado naar Frisco, je gooit er een aantal achtervolgingen tegen, knalt een blinde radiodeejay in het plot, voegt een naakte motorrijdster toe en je hebt een culthit uit de vroegen jaren zeventig te pakken.
“I think he's gonna hijack that car to Cuba”
Barry Newman speelt "Kowalski", een man die schijnbaar geen voornaam heeft. Een rijk gevulde carrière heeft hij wel. Kowalski heeft z'n legerdienst vervuld in Vietnam, is agent geweest, motorracer en heeft NASCAR gereden. En nu levert hij auto's. De bewuste Challenger moet afgeleverd worden in Californië en Kowalski gaat een weddenschap aan om die klus - geholpen door wat amfetamines - op amper 15 uren te klaren. Dan kan je al raden op wat dat uitdraait...
Het duurt niet lang eer de witte muscle car de aandacht van twee wetsdienaars trekt. En die achtervolging houdt niet meer op. De strijd met de arm der wet neemt in de loop van de film epische proporties aan, maar Kowalski voert deze niet alleen. Hij wordt geholpen door een schare vreemde personages die verhinderen dat de prent te eentonig wordt. De belangrijkste is een een blinde radiomaker - Super Soul (gespeeld door Cleavon Little) - die toevallig over een politiescanner beschikt. Vanishing Point heeft een hoge amusementswaarde, maar het verhaal ontplooit zich zeer voorspelbaar. Met inbegrip van het einde.