Ze is geboren in Detroit. Op een assemblagelijn. Maar ze is geen gewone auto. Diep in haar chassis zit een bewustzijn, een donkere geest. Ze heet Christine, een rood-witte 1958 Plymouth Fury. En Christine is eerder jaloers aangelegd. Ze verleidt de 17-jarige nerd Arnie Cunningham (gespeeld door Keith Gordon) die er een restauratieproject in ziet. Natuurlijk helpt het dat Christine zichzelf kan herstellen.
“I knew a guy that had a car like that once. Fuckin' bastard killed himself in it”
Arnie valt voor haar kleuren, haar lage afgeronde vormen en het rijkelijk aanwezige chroom. De radio pikt geen signalen op uit de ether... die houdt het op bijzonder melancholische klanken uit het rock 'n roll tijdperk. Maar de Plymouth vraagt niets meer dan complete toewijding en de auto ruimt iedereen op die haar in de weg staat. Arnie's vriendinnetje kan op niet veel sympathie rekenen, maar ook buitenstaanders die haar pad kruisen moeten eraan geloven. De jongen zelf bevindt zich in een situatie die voor veel liefhebbers van klassiekers al te bekend is. Christine vraagt meer en meer van z'n tijd, hij raakt geobsedeerd, verliest z'n vrienden en gelijk ook z'n gezond verstand...
Het plot is oorspronkelijk van de hand van Stephen King, waar het om een (niet bestaande) vierdeurs ging. De Plymouth in de film is wel degelijk een exemplaar met twee portieren. Tijdens het filmen werden 23 identieke ogende exemplaren gebruikt. Plus enkele dubbelgangers met de typebenamingen Savoy en Belvedere. Tijdens het filmen zijn er zo'n 15 gesneuveld. Er bestaan nog minstens vier Christine's, waarvan één met een rubberen neus (om een stuntman mee te kunnen overrijden).