Bij
Lancia staat dezelfde monovolume als bij Fiat, Citroën en Peugeot
centraal, weze het niet dat ook deze een apart karakter kreeg. De snuit
met relatief hoge koplampen en een groot massief rooster en gewelfde
motorkap moeten duidelijk een link leggen met de Thesis. Lancia, dat zich
binnen de Fiat-groep als het luxemerk profileert, trekt die lijn door in
zijn interpretatie van de movolume, Phedra, en stelt die dan ook in een
gepast decor tentoon. De vloer van de stand is uitgevoerd in
kwaliteitshout en carrara-marmer.
Het andere deel van de symmetrisch opgebouwde stand wordt gedomineerd door de Thesis. Daarmee probeert Lancia weer voet aan wal te krijgen in een luxesegment dat volledig door te Duitsers ingepalmd is.
Het spreekt voor zich dat de andere modellen ook aanwezig zijn, maar op enkele speciale reeksen van de intussen stokoude Y na, valt er geen nieuws te rapen. Een Lancia Aurelia zorgt voor een nostalgische toets, en moet voor de bezoekers ook meteen duidelijk maken waar de mosterd voor het radiatorrooster van de Thesis vandaan komt.