In 2010 onderzocht Nederlands verkeerspsycholoog Adriaan Heino aan de hand van een analyse van 25.000 schadegevallen, in welke mate de kans op een ongeval in de wintermaanden stijgt. Bestuurders die doorrijden met zomerbanden hebben 32 procent meer kans op brokken, terwijl diegenen die winterbanden laten monteren slechts 12 meer kans hebben op een schadegeval. Als het toch tot een botsing komt, is de schade doorgaans minder groot wanneer de wagen in kwestie winterbanden rond de velgen heeft zitten: hun remweg is beduidend korter in alle omstandigheden beneden de 7°C, en dus is ook de eventuele impactsnelheid lager. Bovendien genereert winterschoeisel een pak meer grip in winterse omstandigheden dan hun zomerse evenknie, terwijl het met de slijtage van eerstgenoemden tegenwoordig best meevalt - als je ze uitsluitend bij die winterse temperaturen gebruikt uiteraard. Wagens met winterbanden komen tenslotte minder snel in een situatie terecht waarbij elke beweging onmogelijk wordt, waardoor het verkeer langer vloeiend kan blijven.
Ondanks de strenge en vooral witte winters van de afgelopen jaren, met alle erbij horende verkeersellende, is toch nog steeds niet iedereen ervan overtuigd dat winterbanden nuttig kunnen zijn. Duitsland voerde vanaf 2010 alvast voor iedereen de verplichting in om aangepast schoeisel (M+S) te monteren bij winterse omstandigheden; Oostenrijk en vanaf 2012 ook Luxemburg zijn in haar zog gevolgd. In België zijn winterbanden (nog) niet verplicht maar als we de verkoopscijfers mogen geloven, schaffen meer en meer Belgen zich voor alle zekerheid toch een setje aan. Klassiek wacht de automobilist tot de eerste sneeuwvlok is gevallen, doch dan zijn de voorraden al vaak niet meer toereikend. Aangezien een setje maar een fractie meer kost dan een quartet zomerbanden - die je dan overigens niet verslijt in de winter - kan je er dus maar best voor zorgen dat je winterschoenen klaarstaan aan het begin van de herfst.