Elke band is een compromis tussen eigenschappen op droog en nat wegdek, waarbij de materiaalsamenstelling een cruciale rol speelt. Winterbanden maken gebruik van een specifieke materiaalmix, waarin Silicium en natuurlijk rubber een belangrijk aandeel hebben. Dat maakt dat de band ook bij lage (< 7°C) tot zeer lage temperaturen soepel blijft en daardoor een maximaal wegcontact kan verzekeren. Zomerbanden worden bij temperaturen onder de 7°C hard en stug, wat de grip nadelig beïnvloedt.
Zelfs met de zachte winters van de voorbije drie jaar, daalt het kwik in ons landje herhaald onder deze spiltemperatuur. Ook al blijft het overdag vrij warm, dan kan het ‘s ochtends en ‘s avonds flink afkoelen. Vergeet vooral ook niet dat de gemeten temperatuur aan het wegdek veel kouder kan zijn dan wat we zelf voelen op lichaamshoogte.
Er is de laatste jaren heel wat vooruitgang geboekt bij de samenstelling van de winterbanden, wat zich niet alleen vertaalt naar verbeteerde rijeigenschappen, maar evenzeer naar een verhoogd rijcomfort. De hedendaagse winterbanden maken niet of nauwelijks meer lawaai dan zomerbanden. De geluidshinder die vroeger vaak als tegenargument werd opgevoerd, was het gevolg van het ruwe loopvlak. Door toepassing van speciale rubbermengsels en door gebruik te maken van computers bij het ontwerpen en uittesten van de loopvlakpatronen, zijn de topmerken erin geslaagd de geluidshinder tot een minimum te beperken.