Alfa Romeo introduceerde de GTV (Gran Turismo Veloce) in 1995 als opvolger voor de Alfetta GTV. Het model bestond, net als de huidige Brera, in een gesloten én open versie. De eerste bood plaats aan twee inzittenden en beschikte achteraan over twee noodzitplaatsen. De open variant was dan weer een open tweezitter die in de praktijk de leegte opvulde die de dan 30-jaar oude Giulia Spider had achtergelaten. Alfa Romeo hield beide versies tot 2006 in leven. Facelifts vonden plaats in de jaren 1998 en 2003. Een zuivere sportieveling was de GTV niet. Alfa mikte veeleer op sportief ingestelde kilometervreters, zoals het heden nog steeds doet met de GT en Brera. Deze GTV sleept zich dan ook aan de voorwielen door het verkeer. Hij krijgt in deze selectie alleen het gezelschap van Audi's TT. De GTV stond op een aangepast Fiat- Tipo 2-onderstel. Dat had recht op een passief meesturende achteras. Daardoor werd de onderstuurneiging van het model wat gecompenseerd.
Het model kreeg tijdens z'n loopbaan van een decennium een aantal verschillende motoren onder de kap. De isntapper van het eerste uur was een 1.8 met zo'n 140 paarden, maar ook een 2-liter, 3-liter en 3,2-liter vonden hun weg naar het vooronder van de GTV. De recentere bouwjaren hebben een 150pk sterke 2.0l of een 3.0l V6 met 220pk onder de kap. Die laatste is overigens een bijzonder melodieuze centrale, die niet alleen ruimschoots in staat is de GTV vlot te animeren maar met z'n stemgeluid in staat is kippevel te veroorzaken. Wie zo'n model nieuw kocht moest zich niet alleen verzoenen met de gebruikelijke kwaliteitsduivels van het merk, maar kreeg -weinig verassend- ook met een grote waardevermindering af te rekenen. Daardoor kan je in ruil voor € 10.000 probleemloos een zespitter met bescheiden kilometerstand van net voor de eeuwwisseling op je oprijlaan parkeren. De Spider is in een vergelijkbare versie gemiddeld zo'n € 1.500 duurder, biedt uiteraard de sensatie van open rijden, maar is minder sportief.