Voor de tweede maal lijkt het automerk Spyker op apegaaien te liggen. In 1926 viel het levenswerk van de gebroeders Hendrik en Jacob Spyker na 26 jaar bestaan omwille van een crisis in de sector van dit soort grote luxe auto's, onder de hamer.
Bij de voorstelling van de opnieuw tot leven geroepen Spyker is nu zeven jaar geleden. Toen vroegen wij ons tevergeefs af welke financiers, stichters en medestichters achter deze operatie zaten. Zelfs de interim-woordvoerder bleef ons geheimzinnig glimlachend het antwoord schuldig. Alleen voor ons onbekende lachende geldmagnaten en investeerders, door de duurste couturiers in zwart kostuum en wit hemd zonder das gekleed, schudden non-stop in euforische toestand handjes. Wij hielden er alleen een mooi Spyker-boek aan over. Eén iemand kenden wij van ziens; Frits Kroymans (invoerder en verdeler van multi-merken en ook in ons land sterk aanwezig). Hij hield zich adellijk en correct stijf. Op de weg hebben wij nooit één Spyker gezien. En elk jaar stond er minstens een nieuw model op één of andere autotentoonstelling te glimmen.De eigenaars spraken van een afzet van 10 exemplaren per jaar, nu zijn er dat zelfs honderd geworden... Waar die al met al prachtige luxe sportwagens naar toegingen? Bestemming onbekend!
Bij Spyker werd gedurende het eerste halfjaar 2007 net geen 30 miljoen euro verlies genoteerd.
In Birmingham 2000 werd de eerste - 350.000 euro dure - Spyker C8 gepresenteerd. Een Spyder met 4.2 V8 Audi-motor van 405 pk. Later volgden de C8 Double 12S, de C12 La Turbie en tenslotte vorig jaar waarschijnlijk het laatste model dat ooit zal worden gefabriceerd: de D12 Sport SUV Peking-to-Paris met W12 motor van 500 pk. Het is nu zeer de vraag of aan de C12 en de D12 verder zal worden gebouwd. Financiële analisten menen dat Spyker in 2004 veel te vroeg naar de beurs is gegaan. En dat aandeelhouders nu aan het morren zijn. Enkele meedraaiende toeleveranciers ook... Bij Spyker werd gedurende het eerste halfjaar 2007 net geen 30 miljoen euro verlies genoteerd.
Het poldersprookje blijkt op zijn einde te lopen. Het begin van het einde ligt in het Formule 1 Midland F1 (106 miljoen dollar, voorheen van de Ier Eddie Jordan) raceteam van de Russische nieuwe rijke Alex Schnaider. Dat werd onder impuls van een overenthousiaste Michiel Mol Sr en Jr (internetmiljonairs) en Maarten de Bruyn overgenomen. Het ligt voor de hand dat een kleine(!) autofabrikant - die niet Mercedes, BMW, of Renault heet - en in de Formule 1 miljarden spendeert, ooit in financiële ademnood komt. Vandaar moet Spyker F1 weg. Ook de zakenfamilie Mol wil het liever kwijt dan rijk(!). Dat overnemers niet staan te trappelen om in de duurste tak van de sport ter wereld te stappen, weet men zo. En toch wil Mol het niet opgeven. Goedlopende gesprekken worden gevoerd met de industrieel Vijav Mallya en enkele andere Indiase partners. India beschikt over een hele rist superrijken die sterk zijn op het veld van de elektronica, het barst er van geleerden en intellectuelen met een IQ om bang van te worden en het land zal, als de Aziaten voldoende gesetteld zijn, ook in de mondiale automobielindustrie schitteren. En dan hebben wij het niet alleen over Tata. Onmiddellijk denkt men aan Lakshmi Mittal die het Europese Arcelor opkocht en een bedrijf runt met 320.000 werknemers en een omzet van 88.000 miljard dollar per jaar. Mallya heeft een doe-het -zelf keten en de vliegtuigmaatschappij Kingfisher. Deze zakengoeroe is tevens parlementslid. Wat men allemaal niet doet om ooit een Formule 1 race in eigen land te kunnen organiseren...
Dat het autoland India ernst is kunnen wij afleiden uit een speciale "IAA-Indian-day" op de Franfurtse autotentoonstelling (op 14 september). Jammer voor de pers want dan zal, uitgezonderd de Duitse scribenten, iedereen reeds thuis zijn.