Het Salon van Barcelona mocht zich niet alleen verheugen in 40 nationale premières maar enkele constructeurs hebben eveneens wereldpremières geëxposeerd. Eerst en vooral was er uiteraard voor het eerst de nieuwe lokale Seat Altea XL Freetrack te zien. Peugeot presenteerde de 207 SW en ook Citroën kon niet ten achteren blijven en stelde meteen de C4 sedan voor. Dit is een tricorps, met gewone koffer dus, een model dat op de Iberische schiereilanden fel begeerd is. Andere noviteit kwam uit het Verre Oosten want Kia zorgde voor een kekke hertekende Picanto die de afzet moet aanjagen.
Opvallend evenwel was de primeur van een onverwacht groot Rolls-Royce evenement. Voor het eerst werden in massa edelauto's, met het Spirit of Ecstacy beeldje op de motorkap, geshowd. Nu Rolls-Royce voor het eerst in 12 jaar een nieuwe convertible lanceert (waarvan de twee portieren "suicide doors" zijn die dus in tegenovergestelde richting van het aankomend verkeer opengaan) lijkt de edelconstructeur als het ware van zijn piedestal te zijn afgestapt. Als men vroeger op een salon braafjes achter de dikke scheepvaarttouwen moest blijven, tenware dan na bemiddeling van nonkel Paul Tabourau, kreeg men (althans in Barcelona) warempel toegang tot het elitaire domein. Al bleven ze je meewarig aankijken zolang je jas niet uitpuilde van vele bankbiljetten. Bij wijze van spreken - maar eigenlijk niet echt waar want Rolls-Royce weigert pertinent auto's voor contant geld aan bv. niet onverdachte nieuwe Russen of Indiërs te verkopen. Zij weten trouwens best de ware potente koper vakkundig uit te kleden, waarvoor ze immers hebben gestudeerd. En de hoge piefen komen ook niet naar een salon maar worden privé ontvangen. In totaal stonden in Palacio 7 liefst 22 modellen, allemaal juwelen die in gouden letters automobielgeschiedenis hebben geschreven. Van de Silver Ghost 1921 naar de Silver Ghost van 1990 en nu dus de nieuwe cabrio, d.i. een onbeleefd woord voor convertible.
Dit eerbetoon aan Hergé hadden wij in Spanje, ook elders trouwens, niet verwacht.
Maar ook België bleef niet achter want in het Palacio de Congresos werd een speciale afdeling besteed aan onze nationale Kuifje en Hergé. Op de magische stand "Los coches de Tintin" was er onder het spiedend oog van Jansen en Janssen o.m. te zien: een Amilcar CG3 (Kuifje in het Land van de Sovjets), de Lancia Aurelia B20 (De zaak professor Zonnebloem), de Peugeot 403 (De Juwelen van Biancia Castafiore), de Willys MB Jeep (Kuifje en het Zwarte Goud), de Lincoln Zephyr (De 7 kristallen bollen) De BMW 502 (De krab met de gulden scharen) en uiteraard de eeuwige Citroën 2CV. In totaal waren er 15 Kuifje-voertuigen waaronder 13 uit België (onder meer van onze landgenoot Lucien Beckers). Dit eerbetoon aan Hergé hadden wij in Spanje, ook elders trouwens, niet verwacht. Het bewijst nog maar eens hoe internationaal Kapitein Haddock, Kuifje en anderen wel zijn en in welke mate zij in het universum van de stripwereld historisch zijn geworden.