In de eerste aflevering van deze duurtest hebben we ons gebogen over het online bestelproces. Daarvoor moet je niet de deur uit. Waarvoor je dat onvermijdelijk wél moet doen, is voor de ondertekening van de bestelbon (die vlooien we in een volgende aflevering uit op zoek naar het reële kortingspercentage) én de goedkeuring van de auto. Zonder dealer werken, kan dus ook anno 2014 niet. In dit specifieke geval - waarbij Suzuki de auto voor je klaarzet op een Europese bestemming die bij de online actie hoort - krijg je je auto wel te zien, maar kan je hem niet meenemen naar huis. Je regelt de papieren, vraagt de nummerplaat aan en dan zet Suzuki hem doodleuk op transport. Naar Nice, Barcelona, Berlijn… of (in ons geval) naar Kopenhagen. In je mailbox kondigen zich verder vliegtickets en hotelvouchers aan en je kan beginnen aan een straf toogverhaal: “toen ik m’n nieuwe auto ging halen in Denemarken”. We suggereren om het achteloos in de conversatie te gooien, alsof het de normaalste zaak in de wereld is.
Kopenhagen toeristisch
Ze hebben dat nog gedaan, daar bij Suzuki. We merken het al aan de keuze van het hotel. Op amper 10 kilometer van de luchthaven, met een metrolijn vlakbij, op een invalsweg én met gratis parking. Dat Kopenhagen zelf een aanrader was, wisten we al. Een toeristische gids gaan we er niet van maken, maar we kunnen alvast wel de bezienswaardigheden opsommen waar we de e-Swift voor lens haalden.
- Het Operagebouw
- Nyhaven, hét toeristische centrum van de stad
- Amaliënborg (het plein aan het koninklijk paleis waar je klaarblijkelijk over mag rijden)
- Christianshaven (de oude pakhuizenbuurt, tegenwoordig onder meer bekend van de Ijslandse ambassade en het wereldvermaarde restaurant Noma.
Hoe geraak je terug?
Terugrijden dat moet je in zo’n geval doen met je spiksplinternieuwe auto. Vanuit Kopenhagen, dat per slot van rekening aan de andere kant van de Baltische Zee ligt, heb je twee mogelijkheden. Met de Ferry (dan rij je 924km naar Brussel) of over een kilometerslange brug (1097km). Maar omdat mist op het onszelf opgelegde vroege vertrekuur een succesvolle boottocht zou kunnen ondermijnen, hebben wij ons Swiftje over de brug gestuurd. Op Deens grondgebied moet je dan nog het ons onbekende Kolding en Flensburg passeren, terwijl we vervolgens Hamburg, Bremen, Duisburg, Eindhoven, Antwerpen en tenslotte Brussel aandoen.
De eerste indrukken
Na wat rond te hebben gehotst in de stad (de mobiliteit in Kopenhagen is een opsteker naast die van de Vlaamse steden), krijg je op de terugweg eigenlijk pas de eerste echte indrukken. De besturing is tegelijk scherp en licht en de 1.2 is werklustig. Alleen krijg je het gevoel dat een zesde versnelling wel een opsteker zou kunnen zijn. Dat kleine blokje doet op de autostrade wel wat toeren. Maar hij was wel verrassend zuinig. Tenminste, het eerste deel van de rit. Want na een monsterfile in het half opgebroken Duitsland, viel de beslissing om zo veel mogelijk tijd goed te maken. Dat betekende dat de erg redelijke 130km/u het moest ruilen voor ‘as fast as the car can go’. Dat laatste blijkt overigens nog meer dan behoorlijk snel te zijn. En het wordt al gauw een wedstrijdje over wat eruit kan geperst worden voor de Nederlandse grens opdoemt.
Uiteindelijk topte de GPS op 183km/u. Flink wat boven de opgegeven top, maar het was bergaf (en misschien ook wind mee). De meest opmerkelijke observatie was echter dat het benzinepeil er ondanks alles een rustige progressie op nahield. Uiteindelijk verdween op de ganse rit gemiddeld 7,5l/100km uit de tank. Je zou kunnen denken dat zo’n Swifje niet helemaal in z’n element is op die Duitse Autobahn, maar dat is fout. De ophanging maakt er geen drama van, de besturing wekt vertrouwen en wat een dapper motortje.