De Kever vond zijn oorsprong in het Duitsland van voor WO II. In 1937 kreeg de heer Ferdinant Porsche, die later aan de wieg zou staan van het inmiddels al even beroemde sportwagenmerk, van Hitler de opdracht een wagen te ontwikkelen die de noden van zo veel mogelijk Duitsers zou aanspreken en voor zo veel mogelijk Duitsers betaalbaar zou zijn. Een echte ‘Volkswagen’ dus. Hij kwam met de Kever op de proppen die na verloop van enkele jaren zijn nog steeds kenmerkende vorm kreeg. Na de oorlogsjaren, met vooral tal van militaire toepassing op basis van de Kever werd het model, dat door de wereld aanvankelijk nogal koel onthaald werd, een daverend succes.
Het model bleef in Europa in productie, met tal van spin-offs zoals de Cabriolet en de Speedster, tot Volkswagen in jaren ’80 met de anti-Kever op de proppen kan. Een auto met de voordelen van de Kever, maar zonder de gebreken. Een auto voor de Golf-generatie. Maar het enthousiasme voor de Kever, lange tijd het grootste importproduct van de VS, verzwakte niet overal. De formule, met o.a. de zeer onderhoudsvriendelijke achterin geplaatste luchtgekoelde boxermotor, die op maat was gemaakt voor het ontwikkelende Europa van de jaren ’50, ’60 en ’70 kon elders ter wereld net zo waardevol zijn.
Daarom ook startte Volkswagen in 1955 met de productie van Kevers in Mexico, en bleef de productie er gehandhaafd lang nadat die in de rest van de wereld was gestaakt. De eerste Kever was echter al een jaar eerder, in maar 1954, op Mexicaanse boden aangekomen. Nu, bijna 50 jaar later, vond VW het echter tijd om ook daar de nieuwe producten van het merk, ondanks een gigantische populariteit, de fakkel te laten overnemen. Sinds de oprichting van de VW-fabriek dichtbij de hoofdstad Mexico City, werden meer dan 1,7 miljoen Mexicaanse Kevers geproduceerd. Slechts 100.000 stuks daarvan waren voor de export.
Sinds 10 juli liepen de laatste 3.000 stuks van de band, met het allerlaatste exemplaar op 30 juli om 9.05u, plaatselijke tijd. Voor deze laatste exemplaren bedacht VW nog een speciale reekse; de Ultima Edicion. Die was verkrijgbaar in lichtblauw of beige en voorzien van banden met een witte rand, talrijke chroomelementen zoals de behuizing van de lichten en de spiegels, de bumpers, wieldeksels en de treeplank, een specifiek interieur en een radio-CD-speler met vier luidsprekers. Het allerlaatste 21.529.464ste exemplaar, wordt niet verkocht maar gaat naar het Automuseum in Wolfsburg.