We sluiten deze driedelige minireeks rond DKW en voorwielaandrijving af met een naoorlogs exemplaar van de Duitse autobouwer. DKW Saksen viel na de Tweede Wereldoorlog onder het communistische Oost-Duitse regime, maar een groot aantal ingenieurs, technici en verantwoordelijken weken uit naar het Beierse Ingolstadt waar ze zich vestigden in buiten gebruik gestelde kazernes. Auto-Union DKW ging er door met de bouw van voorwielaangedreven wagens met een tweetaktmotor.
Eén van de laatste modellen was deze F91, die werd aangedreven door een 34pk sterke 896cc-krachtbron die hem een topsnelheid van ongeveer 120km/u opleverde. De F91 ‘Sonderklasse' was voorzien van een handgeschakelde vierbak, die door het nog steeds vertrouwde H-rooster geleid werd middels een pook aan de stuurkolom. De F91 was voor zijn tijd een erg dynamische wagen met een uitzonderlijk weggedrag, dat hem ook in de autosport successen opleverde. Onze test-DKW kwam recent in het bezit van de D'Ieteren Gallery. Het is een originele Belgische assemblage uit 1954, die gedurende een halve eeuw gebruikt werd voor de wekelijkse uitstap van een dame uit het Brusselse. Het voertuig is in een uitzonderlijke originele staat.
Hoewel de tweetaktmodellen goed presteerden, ging de populariteit van het concept aan het begin van de jaren zestig fors achteruit. DKW zag zich dan ook genoodzaakt z'n eerste "ponton"-model, de F102, uit te rusten met een viertakt viercilindermotor. Auto Union en Volkswagen (die tegen die tijd de controle hadden) zagen zich zelfs verplicht om het merk Audi weer op de markt te brengen om duidelijk te maken dat met de tweetakttechnologie gebroken werd. Audi was immers het enige van de vier merken dat nog voor de oorlog auto's had gebouwd met een viertaktmotor en vierwielaandrijving.
Het merk Audi nam bij zijn nieuwe lancering een door DKW veelvuldig gebruikte slagzin over "Vorsprung durch Technik". Die slogan gebruikt de autobouwer uit Ingolstadt nog steeds.