Twintig jaar geleden bood Toyota met de RAV4 als eerste een compacte SUV aan. Het was het startschot van een boom die tot op de dag van vandaag voortduurt. De toenmalige trendsetter is inmiddels slechts een van vele geworden.
Japan: trendsetter
Als het gaat om moed vertonen en nissen en marktsegmenten invullen, trends zetten dus, dan geeft de Duitse auto-industrie blijk van weinig talent. De Japanners daarentegen durven dat wel eens te doen. Bijvoorbeeld Mazda met de MX-5. De kleine roadster bracht in de jaren '90 een nieuwe wind in de wereld van cabriolets. Of de eerste Toyota Prius, optisch weliswaar nogal onaantrekkelijk, maar vol innovatieve hybride technologie, die pas 15 jaar later langzaam in de Duitse auto's zou insijpelen.
Snelgroeiende populariteit
Ook wat de kleine Sport Utility Vehicles (SUV) betreft, was het een autofabrikant uit het Verre Oosten die aanvoelde wat er ooit hip en trendy zou worden. En dat is ondertussen 20 jaar geleden. Toyota verraste de branche in 1994 met de RAV4: klein, hoog en handig. De onconventioneel gestylde en in de tweedeurs versie slechts 3,72m lange RAV4 (de afkorting staat voor Recreational Vehicle Activ, de vier – hoe kan het ook anders – voor vierwielaandrijving) moest zijn bestuurder een vleugje outdoor- en avontuurgevoel bezorgen. Al snel schopte de RAV4, die vanaf 1995 trouwens ook als vierdeurs verkrijgbaar was, het tot favoriet van de middenklasse.
Het verschil: beduidend meer comfort
In het segment van de mini-SUV's ravotte Toyota echter niet alleen. Concurrent Suzuki, een van de pioniers van kleine terreinwagen (zoals de LJ80), had reeds een SJ rondrijden. En dan mogen wij natuurlijk de Lada Niva en de Daihatsu Rocky niet vergeten. Maar in tegenstelling tot de vorige die als off-road voertuigen gebouwd werden, bood de RAV4 al de rijeigenschappen van een gewone auto en, belangrijker nog, veel meer comfort. Dit was onder meer te danken aan de zelfdragende carrosserie. Toyota's eerste lifestyle-auto was geboren. Dat was dapper, want eind jaren '90 etaleerde men een persoonlijke levensstijl nog steeds voornamelijk met een cabriolet. En dat betekende een BMW Z3, Mercedes SLK of Porsche Boxster.
Aaibare SUV's
Succes zorgt er natuurlijk voor dat ook anderen een graantje willen meepikken. Dus reageerde Mitsubishi een paar jaar later op de RAV4 met de Pinin, Daihatsu met de Terios, Suzuki met de Vitara, Jimny en Samurai - allemaal SUV's met een hoog knuffelgehalte, bedoeld om in de stad rond te rijden. Omdat de ruimte- en comforteisen snel groeiden, verdwenen sommige van deze modellen even snel.
Duitsers reageren (langzaam)
In Duitsland reageerden de constructeurs in eerste instantie helemaal niet. Tenminste niet in het compacte segment. Mercedes lanceerde in 1997 de in de VS gebouwde M-Klasse. BMW volgde twee jaar later met de X5. Die werd door de marketingjongens uit München trouwens niet meer SUV, maar SAV (Sports Activity Vehicle) genoemd en - verblind door het succes – hield men noch in München, Stuttgart, Wolfsburg of Ingolstadt rekening met de gemiddelde loontrekker en diens verlangen naar een kleinere SUV. In plaats daarvan kreeg hij in 2002 drie mastodonten voor zijn neus: VW Touareg, Audi Q7 en Porsche Cayenne. En dat in een tijd dat het publiek zich steeds meer bewust werd van klimaat- en milieubescherming. Grote SUV's behoorden niet echt tot hun favorieten.
Pas na een tijdje drong bij de ontwikkelingsafdelingen van de Duitse autofabrikanten door dat kleine en zuinige SUV's wel eens een trend zouden kunnen worden. Na wat voelde als een eeuwigheid kwam in 2007 Volkswagen eindelijk met de Tiguan en Ford met de Kuga. Opel mocht in dit geval met de prijs voor meest vooruitziende blik gaan lopen, want zij kwamen al een jaartje eerder met de Antara. Maar dat was dan eigenlijk ook gewoon een Chevrolet Captiva uit Zuid-Korea. Succesvol was die trouwens niet echt.
Van niche naar mainstream
Vandaag lijkt het aanbod compacte SUV's eindeloos, geen enkel ander segment groeit momenteel zo sterk. Zelfs de Fransen en Italianen, bis dato niet aanwezig in deze klasse, doen nu gretig mee: Renault met de Captur (die in Europa trouwens op de pole position staat), Peugeot met de 2008 en Fiat recent met de 500X. Ook de premiumfabrikanten spelen maar wat graag mee: BMW met de X1, Audi met de Q3 en in 2016 met de Q1, Mercedes met de GLA. Bij Mini is de Countryman ondertussen het best verkochte model.
En de Toyota RAV4?
Na 20 jaar is hij een van de vele geworden, moeiteloos inwisselbaar wat design betreft en niet zo klein meer ondertussen: 4,57m. En de concurrentie slaat terug met compactere modellen. Zo heeft VW de Taigun al aangekondigd.