BMW viert dit jaar z’n honderdste verjaardag. Het eeuwfeest is afgetrapt met een concept car Next 100 en zal later dit jaar ook nog een gekke Mini en de eerste échte concept car van Rolls Royce omvatten. Maar de Duitsers maken ook even tijd om stil te staan bij de minder fraaie hoofdstukken uit het bestaan van de onderneming. Het minst fraaie van allemaal: het Hitler-tijdperk.
Excuses voor ‘enorm lijden’
Tijdens de jaren dertig en veertig hield BMW zich uitsluitend bezig met het bevoorraden van het Duitse oorlogsapparaat. Het bedrijf leverde wapens, artillerie, vliegtuigmotoren, munitie en batterijen voor duikboten aan het Nationaal Socialistische regime. Om de contracten binnen te halen werden er door toenmalige eigenaar Gunther Quandt en zoon Herbert nauwe banden met de nazipartij onderhouden. De familie Quandt heeft overigens ook vandaag nog de vinger in de pap bij BMW en hoort tot de meest vermogende families van Duitsland.
BMW bediende zich niet alleen van de Reichsmarken van Hitler-regime, het tapte ook gretig uit het vaatje gratis werkkrachten. Het bedrijf stelde zo’n 50.000 dwangarbeiders en gevangenen tewerk. Veelal Joden.
In een communiqué maandag nam het bedrijf de gelegenheid te baat om z’n “diepe spijt te betuigen bij het enorme lijden dat dit veroorzaakte”.