De derde generatie van de Mini werd zowat tegelijk voorgesteld op het Autosalon van Tokio en dat van Los Angeles. Met een alweer mild geëvalueerde vormgeving en afmetingen die weer wat meer in tegenspraak waren met het logo op de neus. De ‘gebruikelijke' motoren hebben we tegelijk op het bord gekregen, en nu maakt Mini zich op voor de introductie van de krachtigste modellen. Op het Salon van Detroit krijgen we de John Cooper Works Mini Concept te zien. En maak je niet te veel illusies - op enkele details kijk je hier naar de productieversie.
We kunnen je haast blind door de lijst met uiterlijke aanpassingen loodsen. Andere badges, een specifieke striping en een koetswerkkit met agressiever gelijnde bumperschilden en luchtdoorstroomopeningen; Het spreekt voor zich. Maar Mini heeft zoals gebruikelijk erg veel oog voor detail gehad. Daarom kunnen we de lijst spekken met een andere sierlijst voor de richtingaanwijzers op de flanken, specifieke 18-duimers waardoor de remklauwen beter te zien zijn, andere spiegelkappen en een speciaal ontwikkelde uitlaatlijn die onder meer koolstofvezel einddempers omvat.
Het interieur wordt ongetwijfeld ook weer sportief uitgedost, maar die details houdt Mini nog even achter de hand.
Terwijl Mini met kleinere driecilindermotoren vrolijk meedoet met de downsizing-trend, krijgt de Cooper S een grotere motor aan boord dan z'n voorganger: een tweeliter in plaats van een 1.6 - met 192pk. De John Cooper Works Mini van de tweede generatie hield 218 paarden aan de teugels. Een cijfer dat Mini probleemloos moet kunnen evenaren.
De John Cooper Works Concept Mini is te bekijken in de fotospecial.