Het is een beetje de kroniek van een aangekondigde dood natuurlijk, maar daarom komt het nieuws nog niet minder hard aan. De Amerikaanse autogigant trekt na veel geheimzinnigheid en tegenstrijdige berichtgeving dan toch de stekker uit haar fabriek te Genk. En dit uiterlijk in 2014, als alle modellen die er momenteel nog worden geproduceerd, uitgeput zijn. Het sluitingsjaar valt ironisch genoeg samen met de 50ste verjaardag van de fabriek, nadat het in Limburg in 1964 voor velen werkzekerheid schiep. Toen de steenkoolindustrie het er in de jaren tachtig voor bekeken hield, groeide de autofabrikant uit tot de grootste werkgever in de regio. De precieze modaliteiten rond de sluiting en de sociale maatregelen voor de betrokkenen zijn op moment van schrijven nog niet helemaal duidelijk, maar het lijkt al vast te staan dat de dik 4.200 rechtstreekse werknemers aankijken tegen een onvermijdelijk ontslag. Indirect zijn ook ruwweg 5.000 andere personen de dupe, als werknemer van een van de vele toeleveringsbedrijven.
Vorige lente vierde Ford Genk nog het 14 miljoenste voertuig, een Ford Mondeo. Het is precies de eventuele komst van de opvolger van deze middenklasser naar Genk, dat de inzet uitmaakte van de toekomst van de fabriek. In juli van dit jaar stelde het moederhuis de Europese productie al een eerste keer uit, waarbij met de vinger werd gewezen naar overcapaciteit en de sterk afgenomen Europese vraag naar grote automodellen. De crisis, weet je wel. Ondanks recente beloftes van de Ford-directie dat de Mondeo weldegelijk in Genk zou worden gebouwd worden - en werkzekerheid dus nog voor jaren zou worden gegarandeerd - maakt diezelfde directie nu dus een abrupt einde het verhaal. En zo is ons land, steeds meer geplaagd door hoge loonkosten, binnenkort alweer een autofabiek armer. En een sociaal drama rijker.