De Land Rover Defender is sinds 1998 niet meer verkrijgbaar op de Amerikaanse markt en ook in Europa beginnen almaar strengere normen het 4x4-icoon de das om te doen. De Britten hebben daarom de gigantische opdracht op zich genomen om na meer dan 60 jaar een opvolger voor de stoere en Spartaanse Defender te ontwikkelen.
De eerste poging was de DC100, die al te zien was op het Autosalon van Frankfurt. Het model riep gemengde reacties op, niet in het minst bij het huidige cliënteel dat de niet permanente vierwielaandrijving, de elektronische rijhulpmiddelen en de achttrapsautomaat maar niets vindt. Aan echt grote wijzigingen is de DC100 nog niet toegekomen, maar de gesloten versie wordt nu wel tentoongesteld in een klassieke blauw-witte kleurencombinatie. Wie goed kijkt, noteert ook andere velgen met terreinbanden en merkt de komst van enkele terreinhulpmiddelen op. Een snorkel zorgt voor een grotere doorwaadbare hoogte en de winch in de voorbumper wordt nu geflankeerd door twee sleepogen in een opvallend kleurtje.
Aan de hele aandrijflijn is niet geraakt - de DC100 heeft een tweeliter diesel onder de kap en de open DC100 Sport wordt door een tweeliter turbomotor op benzine aangedreven. Meer details zijn er niet van.