Ufa is dan wel de hoofdstad van de Russische republiek Boshkortostan en mag als een economisch, industrieel en wetenschappelijk centrum te boek staan - alles is relatief en we hebben niet het gevoel veel gemist te hebben wanneer we de stadsgrenzen achter ons laten. Ufa heeft dan wel veel meer historie (begonnen als een fort gebouwd in opdracht van Ivan IV in 1574), het uitzicht is sterk vergelijkbaar met dat van Chelyabinks, waar we deel 1 van de tocht aanvatten. Met meer asfalt en iets meer hoogbouw. En merkbaar meer verkeer... de stad verlaten neemt ruim een uur in beslag. En de eerste tankstop is pas op 295km op een totaal van 553km richting Kazan, de hoog aangeschreven hoofdstad van alweer een andere republiek - Tatarstan.
Een beetje meer zelfbeheersing brengt ons probleemloos tot op de eerste tankstop. Een opluchting gezien we één dag eerder moeite hadden om 80km minder ver te geraken en heel wat minder stressvol. Zowel voor ons als voor het de Mercedes Vito die in onze achteruitkijkspiegel hoort te kleven (met minstens 2 man aan boord, voor het geval we "hulp" nodig hebben). De eerste dag hadden we onze escorte per ongeluk losgereden wat door de zeer punktuele Duitsers niet werd geapprecieerd.
De tankstop is een goede gelegenheid om ons eens over de logistiek van de tocht te buigen... Wanneer een vast tankstation is uitgerust voor waterstof houdt een tankbeurt weinig in. Het is vergelijkbaar met LPG-tanken en opvullen duurt hooguit 3 minuten.
Op verplaatsing is het echter een heel ander paar mouwen. Mercedes komt tijdens de 125 dagen durende excursie niet meer dan een handvol waterstofstations tegen. Dat betekent dat het de waterstof zelf moet voorzien. In een grote vrachtwagen. Of accurater: drie grote vrachtwagens. Die grote jongens zijn immers minder vlot dan de rest van het konvooi. Om dat te compenseren slaan de trucks telkens één stopplaats over en heb je er dus twee nodig. En één reserve. Tanken gebeurt met een Mercedes Sprinter met een ingebouwde pomp. Die is minder krachtig dan in een vast pompstation wat er meteen voor zorgt dat onze B-Klasse opvullen zo'n 20 minuten in beslag neemt. De voeding voor de pomp komt van een tweede Sprinter die een aanhangwagen met generatoren sleept. En omdat je dat laatste (gezien de lage bouw van de aanhangers) op Russische wegen soms letterlijk mag nemen was een stop tijdens dag 2 bij een Mercedes-dealer een gedroomd excuus om snel wat werkjes uit te voeren.
Eén van de B-Klasses betaalde de tol voor het slechte wegdek al met een slechte uitlijning van de voortrein, dus dat werd gecorrigeerd. Ons exemplaar was enkele dagen "out" geweest na een relatief zware aanrijding in Kazachstan en had niet meteen extra aandacht nodig. Na de onzachte ontmoeting met een zeer oude witte Lada had Mercedes het gros van de achterophanging moeten vervangen en de waterstofinstallatie nagekeken. Om ook de koets te herstellen ontbrak het de karavaan aan tijd...
Na een tankbeurt van 20 minuten maak je je de bedenking dat op waterstof rijden een wat omslachtige bedoening is. En het netwerk is heden zo goed als onbestaand. In België is er welgeteld één publieke waterstofpomp. Mercedes heeft echter enkele goede redenen om vast te houden aan waterstof. Ten eerste is de uitstoot van schadelijke stoffen onbestaande. Er komt alleen zuurstof en waterdamp uit de uitlaat. Ten tweede is waterstof relatief eenvoudig en energie-efficiënt op te wekken. Dat wordt echter pas noodzakelijk wanneer we alle waterstof die momenteel reeds geproduceerd wordt, opgebruiken. Heden is het immers vooral een afvalproduct van de chemische industrie en wordt het nagenoeg helemaal "afgefakkeld" verbrand in de atmosfeer. In Europa alleen kunnen we één miljoen waterstofauto's laten rijden op wat momenteel wordt afgefakkeld. Mercedes ziet de waterstofauto gezien z'n beperkte autonomie en hoge kostprijs vooral als een concurrent voor de elektrische auto. Met één groot voordeel - bijtanken duurt minuten in plaats van uren. Anderzijds is waterstof gezien de complexe transport- en opslagmethode relatief duur. Volgens de ingenieurs ter plaatse kost 100km rijden een dikke kilogram aan waterstof, wat zo'n € 9 kost. En dat is zonder accijnzen.