Het is een klein jaar geleden dat VW stijlhuis Giugiaro / Italdesign overnam. En je kon er donder op zeggen dat de ontwerpers er de handen uit de mouwen zouden moeten steken. De VW-Groep wil tegen 2018 de grootste autobouwer ter wereld zijn. Dat betekent dat er een hoop nieuwe modellen aan komt. Meer dan wat VW zelf getekend krijgt. En het lijkt erop dat Giugiaro alvast de kleintjes in z'n schoot geworpen kreeg. Op het Autosalon van Genève presenteert het bedrijf 2 compacte VW's; de Tex en de Go. Beiden zijn exact 3,99m lang, maar terwijl de Tex een sportief profiel heeft, is deze Go eerder een monovolume. De wielbasis bedraagt zo maar eventjes 2,7m. Dat is net zo veel als een Passat.
Onder z'n strak gelijnde koets met lage gordellijn voor een betere zichtbaarheid en een grotendeels in glas uitgevoerd dak om het interieur helder te maken, zit immers een interieur dat net zo ruim is als dat van een volwassen SUV. Dat bij een hoogte van 1,55m en een breedte van 1,74m. Zonder buitenspiegels, want die heeft de Go niet. Uit de flank puilen op ooghoogte hooguit twee piepkleine cameras die hun beeld op de boordplank vertonen.
Voor de aandrijving doet de Go beroep op een elektromotor. Die levert een continue vermogen van 45kW en voor korte duur een piekvermogen van 85kW. De trekkracht bedraagt 260Nm. Die wordt gevoed door een 33,1kW sterke watergekoelde lithium-ion accu. Die zit niet in de koffer, waardoor die toch nog 220l (en 525l met neergeklapte achterbank) bagage lust. Giugiaro schikt de energiecellen onder de voor- en achterzetels. De gewichtsverdeling is daardoor acceptabel; 58% op de voorwielen die door McPhersons tegen het asfalt worden gedrukt, en 42% voor de achteras die beroep doet op een simpele vervormbare as. Tussen laadbeurten kan je 240km afleggen.